Vertaal
Naar andere talen: • evacueren > DEevacueren > ENevacueren > FR
Vertalingen evacueren NL>ES

evacueren

werkw.
Uitspraak:  [evakyˈwerə(n)]
Verbuigingen:  evacueerde (verl.tijd )

1) (mensen die in een bepaald gebied in gevaar zijn tijdelijk) naar een veiliger plaats brengen - evacuar
Verbuigingen:  heeft geëvacueerd (volt.deelw.)
Vanwege de dreigende bosbrand heeft de brandweer het hele dorp geëvacueerd. - Debido al incendio amenazante, los bomberos han evacuado todo el pueblo.

2) (tijdelijk) weggaan uit een gebied omdat het er gevaarlijk is - desalojar
Verbuigingen:  is geëvacueerd (volt.deelw.)
Een deel van de bemanning is geëvacueerd. - Una parte de la vivienda ha sido desolajada.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
evacueren (ww.) desalojar (ww.) ; evacuar (ww.)
evacueren evacuación
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `evacueren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: leegruimen
NL: onderbrengen
NL: ontruimen
NL: weggaan