Vertalingen duw NL>ES
de duw
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [dyw] |
| Verbuigingen: | duwen (meerv.) |
de keer dat je duwt -
empujón (el ~) een duw geven - dar un empujón een duw krijgen - recibir un empujón |
iemand een duwtje in de rug geven (=iemand een beetje helpen) - darle un empujoncito a alguien
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de duw (m) | el empujón (m) ; el empujoncito (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `duw`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: duwtjeNL: porNL: stootNL: stootjeNL: zet