zelfst.naamw. (m.)
op je duim zuigen - chuparse el dedo |
iemand onder de duim houden (=zorgen dat je de baas over iemand blijft) - tener a alguien en un puño
|
iets op je duimpje kennen (=iets heel goed kennen) - saberse algo al dedillo
|
iets uit je duim zuigen (=iets verzinnen) - sacarse algo de la manga
|
met je duimen draaien (=niets doen) - estar mano sobre mano
Niet met je duimen draaien, maar werken! - ¡No estés mano sobre mano, si no a trabajar!
|
de duimen leggen (=geen tegenstand meer bieden; verliezen) - dejarse por vencido/-da
in een wedstrijd de duimen moeten leggen - tener que dejarse por vencido en un partido
|