Vertalingen commanderen NL>ES
commanderen
werkw.
| Uitspraak: | [kɔmɑnˈderə(n)] |
| Verbuigingen: | commandeerde (verl.tijd ) heeft gecommandeerd (volt.deelw.) |
op korte en dwingende toon opdrachten geven -
mandar , ordenar commandeer je hondje en blaf zelf (=<antwoord als iemand je bevelen geeft terwijl je dat niet passend vindt>) - a mí no me vengas con órdenes
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| commanderen (ww.) | liderar (ww.) ; ser primero (ww.) ; presidir (ww.) ; preceder (ww.) ; pilotar (ww.) ; ordenar (ww.) ; obligar (ww.) ; mandar (ww.) ; llevar (ww.) ; conducir (ww.) ; guiar (ww.) ; gobernar (ww.) ; encomendar (ww.) ; encargar (ww.) ; encabezar (ww.) ; dirigir (ww.) ; decretar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `commanderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanvoerenNL: bevel voerenNL: bevel voeren overNL: bevelenNL: decreterenNL: gebiedenNL: gelastenNL: leidenNL: leidinggevenNL: opdragen