Vertaal
Vertalingen binnentrekken NL>ES
binnentrekken (ww.) entrar en (ww.) ; invadir (ww.) ; irrumpir (ww.) ; penetrar en (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `binnentrekken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bezetten
NL: binnenmarcheren
NL: intrekken