Vertalingen binnentrekken NL>DE
binnentrekken (ww.) | einfallen (ww.) ; einmarschieren (ww.) ; einrücken (ww.) ; einziehen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `binnentrekken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bezettenNL: binnenmarcherenNL: intrekken