Vertalingen berekenen NL>ES
berekenen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈrekənə(n)] |
Verbuigingen: | berekende (verl.tijd ) heeft berekend (volt.deelw.) |
1) door rekenen vaststellen hoeveel iets is -
calcular het percentage berekenen - calcular el porcentaje |
2) (iemand) een bedrag ergens voor vragen -
cargar en cuenta de stukadoor berekende mij tien euro per vierkante meter stucwerk - el estucador me cargó en cuenta diez euros por cada metro cuadrado en estucado geen btw berekenen - no facturar el iva |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
berekenen (ww.) | calcular (ww.) ; computar (ww.) ; contar (ww.) ; estimar (ww.) ; presupuestar en (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `berekenen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: becijferenNL: begrotenNL: calculerenNL: in rekening brengenNL: oplossenNL: ramenNL: rekenenNL: schattenNL: tellenNL: uitkienen