Vertalingen bedotten NL>ES
bedotten (ww.) | engañar (ww.) ; estafar (ww.) ; frangollar (ww.) ; hacer mal (ww.) ; joder (ww.) ; mentir (ww.) ; tomar el pelo (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bedotten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afzettenNL: bedonderenNL: belazerenNL: tillen