zelfst.naamw. (m.)
bovenarm - brazo superior linkerarm - brazo izquierdo rechterarm - brazo derecho onderarm - antebrazo iemand in je armen nemen/sluiten - estrechar a alguien entre tus brazos Geef me maar een arm, dan val je niet. - Dame tu brazo para que no te caigas. de arm om iemands schouder slaan - pasar el brazo por encima del hombro de alguien |
iemand met open armen ontvangen (=iemand hartelijk ontvangen) - recibirle a alguien con los brazos abiertos
|
arm in arm lopen (=gearmd lopen) - andar del brazo
|
met de armen over elkaar zitten (=met de armen gekruist voor de borst zitten) - sentarse con los brazos cruzados
|
met de armen over elkaar zitten (=niets doen) - quedarse con los brazos cruzados
|
iemand in de arm nemen (=de hulp van iemand vragen) - contratar a alguien
|
bijv.naamw.