| Uitspraak: | [zɑk] |
| Verbuigingen: | zakken (meerv.) |
| jeuk aan je zak hebben - tener picazón en el escroto |
| ouwe zak - viejo cabrón |
er geen zak van begrijpen(=er niets van begrijpen) - no entender ni zorra | |
er geen zak aan vinden(=het saai vinden) - no gustarle en absoluto |
Voorbeeldzinnen laden....