Vertaal
Naar andere talen: • vinden > DEvinden > ENvinden > FR
Vertalingen vinden NL>ES

vinden

werkw.
Uitspraak:  ['vɪndə(n)]
Verbuigingen:  vond (verl.tijd ) heeft gevonden (volt.deelw.)

1) (een verborgen, verdwenen of onbekend iets of iemand) per toeval of na gezocht te hebben zien - encontrar
Ik kan mijn sleutels niet vinden. - No encuentro mis llaves.
Waar vind je zo iemand? - ¿Dónde encuentras a alguien así?
Kijk eens wat ik op straat gevonden heb! - ¡Mira lo que he encontrado en la calle!
geen oplossing voor iets vinden - no encontrar una solución para algo
het loket voor gevonden voorwerpen - la ventanilla para objetos perdidos
uitdrukking Wie zoekt, die vindt.
uitdrukking er iets op gevonden hebben
uitdrukking voor iets te vinden zijn

2) beschouwen of ervaren als - parecer
Ik vind je zo lief! - ¡Me pareces tan cariñoso!
Ik vind het heel erg voor je. - Me parece horrible para ti.
Ik ben erg benieuwd naar wat je van hem vindt. - Estoy muy curioso por saber qué opinas sobre él.
uitdrukking Ik vind er niets aan.

3) van mening zijn - opinar
Wat vind je? Moet ik het doen of niet? - ¿Que te parece? ¿Tengo que hacerlo o no?
Hij vond dat hij genoeg had gedaan. - Él pensó que ya había hecho lo suficiente.

4) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking het goed kunnen vinden met iemand

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vinden (ww.) dar con (ww.) ; descrubir (ww.) ; descubrir (ww.) ; encontrar (ww.) ; encontrarse (ww.) ; hallar (ww.) ; localizar (ww.) ; tropezarse con (ww.)
het vindenel descubrimir (m) ; el encuentrar (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `vinden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aantreffen
NL: achten
NL: bedenken
NL: lokaliseren
NL: merken
NL: ontdekken
NL: opsporen
NL: tegenkomen
NL: traceren