Vertalingen schrik NL>ES
de schrik
zelfst.naamw. (m.)
plotseling gevoel van grote onrust of angst -
susto (el ~) met de schrik vrijkomen (=geen verwondingen of schade oplopen bij een ongeluk) - pasar del susto
|
schrik hebben van (=bang zijn voor) - tener miedo de
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de schrik (m) | la consternación (v) ; la desconcierto (v) ; la dislocación (v) ; el horror (m) ; el terror (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `schrik`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afkeerNL: angstNL: boemanNL: ontsteltenisNL: verbijstering