1. MWB
  2. Vertalen
  3. kruk (NL>ES)
Vertaal
Naar andere talen: • kruk > DE • kruk > EN • kruk > FR
Vertalingen kruk NL>ES

kruk

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [krʏk]
Verbuigingen:  krukken (meerv.)

1) stoel zonder leuningen - taburete (el ~)
barkruk - taburete

2) knop op een deur om hem open te maken - picaporte (el ~)
deurkruk - picaporte

3) hoge stok die steun geeft bij het lopen - muletilla (la ~)
met krukken lopen als je enkel gebroken is - andar con muletillas cuando tienes el tobillo fracturado

4) iemand die slecht presteert - inútil (el ~/la ~)
Wat een stelletje krukken! - ¡Qué banda de inútiles!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de kruk (v) la silla (v)
de krukla asilla (v) ; el tirador (m) ; el taburete (m) ; el pomo (m) ; el picaporte (m) ; el pestillo (m) ; la persona torpe (v) ; la péndola (v) ; el mequetrefe (m) ; el manubrio (m) ; el mamarracho (m) ; el capullo (m) ; el botones (m) ; el botón (m) ; el balancin (m) ; la aldaba (v)
kruk brazo de manivela ; tubo acodillado ; pistón ; palanca ; muletas ; muleta axilar ; la muleta (v) ; muleta ; manivela del enganche ; manivela del divisor ; manivela de acoplamiento ; manivela ; husillo del enganche ; codo
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `kruk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: barkruk
NL: broddelaar
NL: deurklink
NL: deurkruk
NL: hendel
NL: klink
NL: klungel
NL: klungelaar
NL: kluns
NL: knoeier