Vertalingen zenden NL>EN
zenden
werkw.
Uitspraak: | [ˈzɛndə(n)] |
Verbuigingen: | zond (verl.tijd ) heeft gezonden (volt.deelw.) |
1) (een brief of bericht) sturen -
send, mail, dispatch, Aan de ouders van alle leerlingen is een brief gezonden. - A letter was sent out to the parents of all students. |
2) (iemand) ergens heen laten gaan -
send, dispatch Er is een verslaggever naar het rampgebied gezonden. - A reporter was dispatched to the disaster area. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zenden (ww.) | to forward ; to transmit ; to supply ; to steer ; to ship ; to send to ; to send out ; to send ; to remit ; to mail ; to exude ; to emit ; to emanate ; to drive ; to despatch ; to be at wheel |
zenden | to move ; transmit ; to transfer |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `zenden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aan het stuur zittenNL: doorseinenNL: opsturenNL: overmakenNL: postenNL: rondstralenNL: sturenNL: toezendenNL: uitstralenNL: uitzendenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: despatch US-spelling: dispatch |