traan

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[tran]
Verbuigingen:	tranen (meerv.)

druppel vocht uit je ogen als je huilt of als je ogen geïrriteerd zijn - tear

vreugdetranen - tears of joy tranen stroomden/rolden/biggelden over zijn wangen - tears streamed/rolled/trickled down his face je tranen bedwingen - restrain one's tears

in tranen zijn (=huilen) - be in tears

in tranen uitbarsten (=plotseling gaan huilen) - burst in tears

hete/bittere tranen huilen (=erg huilen) - cry hot/bitter tears

© K Dictionaries Ltd.

de traan (m)	the train-oil ; the whale-oil
de traan	the tear

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages




NL: snik
NL: walvistraan

NL: tranen storten EN: shed tears
NL: hij zal er geen traan om laten EN: he won't shed a tear over it EN: in tranen (badend), (bathed) in tears
NL: in tranen uitbarsten EN: burst into tears
NL: met (onder) tranen EN: with tears
NL: tot tranen geroerd EN: moved to tears