Vertalingen sukkel NL>EN
de sukkel
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈsʏkəl] |
| Verbuigingen: | -s (meerv.) |
domme en onhandige persoon -
dope, idiot, twerp | Die sukkel gooit steeds de melk om. - That twerp is constantly over spilling the milk. |
aan de sukkel zijn (=een slechte gezondheid hebben of andere tegenslagen hebben) - be on the rack
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de sukkel (m) | the bungler ; the dolt ; the duffer ; the fathead ; the idiot ; the laggard ; the poor devil ; the poor thing ; the poor wretch ; the schlemiel ; the simpleton ; the wet |
| de sukkel | the dope ; the wally |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `sukkel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ezelNL: hannesNL: idiootNL: klungelNL: klunsNL: lulNL: minkukNL: minkukelNL: oenNL: onnozelaarAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; `wally` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels. In UK-Engels gebruikt men `wally` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: aan de
sukkel zijn
EN: be ailing