Vertalingen peuteren NL>EN
peuteren (ww.) | to pick |
peuteren | finger ; handle |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `peuteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: friemelenNL: pielenNL: pulkenUitdrukkingen en gezegdes
NL: peuteren aan
EN: tamper withNL: in de neus (tanden)
peuteren
EN: pick one's nose (teeth)