de neus

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[nøs]
Verbuigingen:	neuzen (meerv.)

uitstekend deel in het midden van je gezicht waarmee je ruikt - nose

je neus snuiten - blow one's nose

je neus in andermans zaken steken (=je bemoeien met dingen waarmee je niks te maken hebt) - stick one's nose where it doesn't belong

een wassen neus (=minder belangrijk of moeilijk dan het lijkt) - mere formality; just for a show

doen alsof je neus bloedt (=doen alsof je onschuldig bent) - shut one's eyes at (something); play dumb

van je neus maken (=boos worden op een manier die anderen vervelend vinden) - make a fuss

© K Dictionaries Ltd.

neus (ww.)	to sneer
de neus (m)	the nose
neus	collar ; forebody ; kike ; nose ; outer corner ; peak ; point ; summit ; tip

Bronnen: MWB; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages




NL: boeg
NL: gok
NL: piek
NL: punt
NL: reuk
NL: reukorgaan
NL: snavel
NL: snoet
NL: spits
NL: tip

Let op; `tip` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels. In UK-Engels gebruikt men `tip`

NL: een wassen neus EN: a blind, an empty formality
NL: doen alsof zijn neus bloedt EN: act dumb
NL: hij heeft een fijne neus voor zo iets EN: he has a nose. (a flair) for that sort of thing
NL: een lange neus maken tegen EN: cock a snook at
NL: de neus ophalen EN: sniff
NL: de neus ophalen voor EN: turn up one's nose at
NL: wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht EN: it's an ill bird that fouls its own nest
NL: overal zijn neus in steken EN: poke one's nose into everything, be a Nosy Parker
NL: dat gaat je neus voorbij EN: you may whistle for it
NL: dat moet je niet je neus voorbij laten gaan EN: you must not let it slip through your fingers
NL: hij kijkt niet verder dan zijn neus lang is EN: he can't see beyond his nose
NL: dat hoef je niet iedereen aan z'n neus te hangen EN: you need not blazon it abroad
NL: dat zal ik jou niet aan je neus hangen EN: that would be telling
NL: Iemand bij de neus nemen EN: pull a person's leg
NL: Iemand iets door de neus boren EN: cheat (defraud) a person of s.th.
NL: door de neus spreken EN: speak through the nose
NL: langs zijn neus weg EN: casually
NL: met zijn neus in de boter vallen EN: be in luck
NL: het iemand onder de neus wrijven EN: cast it in a person's teeth
NL: op zijn neus kijken EN: look foolish (blue)
NL: de deur voor iemands neus dichtdoen EN: shut the door in a person's face