ieder

Naar andere talen: • ieder > DE • ieder > ES • ieder > FR

Vertalingen ieder NL>EN

pronoun

Uitspraak:

[ˈidər]

<je zegt dit woord als je alles en iedereen bedoelt>
- every, each (one), any

iedere zomer op vakantie gaan - go on vacation every summer Ieder van ons gaat naar dat feest. - everybody is going to the party
in ieder geval (=beslist) - in any case Het wordt misschien wat later, maar we komen in ieder geval. - Maybe with a bit of a delay, but we are coming for sure.
iedere keer (=steeds weer) - every time, each time iedere keer naar dezelfde slager gaan - every time go to the same butcher

Overige bronnen

ieder

anybody ; anyone ; each ; every ; everybody ; everyone ; a ; all the ; at ; at rate of ; at the rate of ; every one ; per

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages

Voorbeeldzinnen met `ieder`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: à
NL: al
NL: alle
NL: allemaal
NL: allen
NL: elk
NL: elkeen
NL: iedereen
NL: Iegelijk

Ook in de database