Vertaal
Naar andere talen: • half > DEhalf > EShalf > FR
Vertalingen half NL>EN

half

bijv.naamw.
Uitspraak:  [hɑlf]

1) als iets de helft van iets is - half, semi-
De kerk is hier vandaan een half uur lopen. - The church is about a half hour walking from here.
Deze artikelen kosten de halve prijs. - These articles are half priced.
Bakker, een half bruin, graag. - Baker, may I have a loaf of half brown bread?

2) niet volledig - half-way, not completely
Ik geloof hem maar half. - I only half-believe him.
uitdrukking zich een half mens voelen
uitdrukking iets met een half woord zeggen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
half half
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `half`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bijna
NL: demi
NL: gedeeltelijk
NL: helft
NL: voor de helft

Alternatieve spelling of gebruik
Let op; `half` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels.
In UK-Engels gebruikt men `half`
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: de halve wereld EN: half the world
NL: voor halve dagen EN: half-time
NL: een baan voor halve dagen EN: a part-time job
NL: half een EN: half past twelve
NL: half mei EN: the middle of May
NL: zijn werk ten halve doen EN: do one's work by halves
NL: beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald EN: better to turn back half-way than to get lost altogether
NL: half klaar met EN: half-way through
NL: je weet niet half... EN: you little know...
NL: niet half genoeg EN: not half enough
NL: het was haar maar half naar de zin EN: she liked it but half
NL: half en half beloven EN: half promise
NL: half en half zin hebben om EN: have half a mind to
NL: half om half EN: half and half