Vertalingen fluit NL>EN
fluit
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [flœyt] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) (lang) blaasinstrument met gaten of kleppen die met de vingers worden gesloten of geopend -
flute, whistle dwarsfluit - flute een sonate voor fluit en orkest - a sonata for flute and orchestra |
2) blaasinstrument dat een signaal geeft -
whistle De scheidsrechter blies op zijn fluitje. - The referee blows his whistle. |
3) deel van de uitdrukking: -
fife, flute, pipe, whistle geen fluit (=niets) - not a soul; not a single thing around
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de fluit (v) | the whistle |
de fluit | the fife ; the flute ; the pipe |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `fluit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: altfluitNL: geslachtsorgaanNL: penisUitdrukkingen en gezegdes
NL: op z'n
fluit(je) blazen
EN: blow one's whistle