het deel

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[del]
Verbuigingen:	delen (meerv.)

1) elk van de onderdelen van een geheel - part, portion, section

een muziekstuk met vier delen - composition in five parts Dat boek verschijnt in twee delen. - That book comes out in two parts. Een deel van het leger ging op de vlucht. - A part of the army started to withdraw back.

deel uitmaken van (=een deel zijn van) - be a part of..., belong to... deel uitmaken van het personeel van een bedrijf - be a part of the company personnel

ten dele (=voor een deel, niet helemaal) - partly, partially We hebben ten dele gedaan wat we van plan waren. - We have partially achieved what we set out to do.

2) deel van de uitdrukking:

iemand ten deel vallen (=krijgen, ontvangen) - fall into (someone's) hands Er is mij een erfenis ten deel gevallen. - I have gotten an inheritance.

© K Dictionaries Ltd.

het deel	the volume ; the share ; the portion ; the part
de deel	the yard ; the threshing-floor ; the piece ; the heritage
deel	portion of a piece ; volumes (Afkorting) ; volume ; vol. (Afkorting) ; tile ; beam ; plank ; particle ; part of a volume ; part ; member ; item ; fragment ; flitch ; element ; deal ; cut ; cone

Bronnen: Wakefield genealogy pages; Vlietstra; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; MWB; TU-Delft-Hydraulic-Engineering-Glossary; Autowoordenboek




NL: aandeel
NL: band
NL: basisbestanddeel
NL: bestanddeel
NL: boekdeel
NL: component
NL: dorsvloer
NL: element
NL: erfdeel
NL: erfenis

Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `parting (in hair)` In US-Engels gebruikt men `part`

NL: ik wil er geen deel aan hebben EN: I will be no party to it
NL: deel uitmaken van EN: form part of
NL: Iemand ten deel vallen EN: fall to a person's share
NL: de eer die mij ten deel valt EN: the honour conferred upon me
NL: ten dele, voor een deel EN: partly
NL: voor 't grootste deel EN: for the greater (most) part