Vertalingen element NL>EN
het element
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [eləˈmɛnt] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) deel waarmee je iets opbouwt -
component, element Het huis is opgebouwd uit verschillende elementen. - The house is built using various materials. |
2) een chemische stof die niet is samengesteld scheikunde -
component, element het periodiek systeem van de elementen - The periodic system of elements |
3) deel van de uitdrukking: de elementen trotseren (=je niet door slecht weer laten tegenhouden) - defy the elements
|
je in je element voelen (=je prettig of thuis voelen) - feel in one's own element
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het element | the widget ; the tag |
de element (m) | the factor ; the share ; the segment ; the section ; the principle ingredient ; the portion ; the part ; the parliamentary party ; the ingredient ; the fundamental ingredient ; the elementary component ; the element |
element | cell ; wood element ; member ; item ; individual ; elemental substance ; element ; component ; chemical element |
Bronnen: KDE opensourcesoftware; interglot; mwb; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `element`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aspectNL: basisbestanddeelNL: bestanddeelNL: bouwdeelNL: componentNL: deelNL: factorNL: fractieNL: ingrediëntNL: onderdeelAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `parting (in hair)` In US-Engels gebruikt men `part` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: z. in zijn
element voelen
EN: be in one's element