de connectie

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[kɔˈnɛksi]
Verbuigingen:	-s (meerv.)

1) samenhang - affiliation, association, connection

De connectie tussen deze ongelukken is het ontbreken van goede veiligheidsvoorschriften. - The factor common to both accidents is a lack of safety regulations.

2) iemand die je goed kent - association, contact, relationship

door je connecties een nieuwe baan vinden - using your contacts to get a new job

© K Dictionaries Ltd.

de connectie (v)	the association ; the bond ; the connection ; the contact ; the junctions ; the liaison ; the line ; the linkage ; linking ; the relation ; the relationship ; the relative context ; the telephone connection
connectie	connection

Bronnen: interglot; mwb; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aansluiting
NL: band
NL: betrekking
NL: contact
NL: kruiwagen
NL: liaison
NL: link
NL: onderling verband
NL: relatie
NL: samenhang

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: connexion US-spelling: connection

NL: veel connecties hebben EN: (handel) have a large connection
NL: hij heeft uitstekende connecties EN: he is excellently connected