Vertalingen bonk NL>EN
| de bonk (m) | the strapper ; the whopper |
| bonk | bit ; lump ; piece |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `bonk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: brokNL: brokstukNL: eindNL: knookNL: lomperikUitdrukkingen en gezegdes
NL: één
bonk zenuwen
EN: a bundle of nerves EN: (pummel) lout