barsten

werkw.

Uitspraak:	[ˈbɑrstə(n)]
Verbuigingen:	barstte (verl.tijd ) is gebarsten (volt.deelw.)

scheuren - crack, pop, break open

De spiegel is gebarsten. - There is a crack in the mirror.

Barst maar! (=<wat je zegt als iemand vervelend tegen je is geweest en je niet meer verder met hem wilt praten>) - Go away!

iemand laten barsten (=iemand opeens niet meer steunen, hem in de steek laten) - leave in the lurch, abandon

zich te barsten eten (=heel veel eten) - eat till one bursts

zich te barsten lachen (=heel uitbundig lachen) - laugh till one cracks

Het is buigen of barsten. (=je kunt beter een beetje toe te geven) - Better bend than break! You may as well give in!

barstende koppijn (=heel erge hoofdpijn) - bursting headache

© K Dictionaries Ltd.

barsten (ww.)	to spring open ; to go to hell ; to drop dead ; to crack ; to come loose ; to burst open ; to burst
het barsten	the cracks ; the tears ; the splits ; the fissures ; the clefts
barsten	burst ; to split ; to crack ; to break to pieces ; split ; cracking ; crack formation ; checking ; bursting

Bronnen: interglot; Autowoordenboek; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.




NL: breken
NL: knappen
NL: krakken
NL: kunnen stikken
NL: losspringen
NL: openspringen
NL: scheuren
NL: sprongen
NL: stikken
NL: uiteenspringen

NL: barst! EN: go hang!
NL: Iemand laten barsten EN: let a person go hang
NL: barstende hoofdpijn EN: splitting headache
NL: de zaal was tot barstens toe vol EN: the hall was packed to capacity, crammed