Vertalingen afzakken NL>EN
afzakken (ww.) | to be going down hill ; to go under ; to prolapse ; to sag ; to sink ; to subside |
afzakken | bag filling ; descend |
Bronnen: interglot; MWB; Autowoordenboek
Voorbeeldzinnen met `afzakken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgaanNL: afglijdenNL: aftakelenNL: inzinkenNL: vervallenNL: wegglijdenNL: wegzinkenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `hand basin / sink` In US-Engels gebruikt men `sink` |