Vertalingen afsnijden NL>EN
afsnijden
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑfsnɛidə(n)] |
Verbuigingen: | sneed af (verl.tijd ) heeft afgesneden (volt.deelw.) |
1) door snijden van een groter geheel afhalen -
cut (off), sever een stuk taart afsnijden - cut a piece of cake |
2) een kortere weg nemen -
cut off, take a shortcut Op de terugweg konden we een heel eind afsnijden, waardoor we vroeg thuis waren. - We took a shortcut on the way back, and were home in no time. een bocht afsnijden - cut a corner |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afsnijden (ww.) | to chop ; to clip ; to crop ; to cut ; to cut off ; to reap ; to shear ; to sting |
het afsnijden | the marooning ; the seceding ; the separating |
afsnijden | cut-off ; shear cut ; shearing-off ; to cut |
Bronnen: Tecdic.com; interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afsnijden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: couperenNL: doorsnijdenNL: snijdenNL: versperrenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: cut-off US-spelling: cutoff |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand de pas
afsnijden
EN: head a person off, forestall