Vertalingen aanpraten NL>EN
aanpraten (ww.) | to foist ; to palm ; to talk into |
aanpraten | palm off on ; put into somebody's head |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `aanpraten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aansmerenNL: opdringenNL: wijsmakenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand iets
aanpraten
EN: talk a person into (doing) s.th.