I het zegel

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈzexəl]
Verbuigingen:	-s (meerv.)

1) afdruk van een figuur in was of lak die de echtheid van een document bevestigt - seal (of approval)

het pauselijke zegel - papal seal

het zegel van de brief verbreken (=de brief openmaken) - break the seal

2) stempel waarmee je een afdruk in was of lak maakt - seal, stempel

II de zegel

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈzexəl]
Verbuigingen:	-s (meerv.)

bedrukt stukje papier dat een bepaalde geldwaarde uitdrukt en dat je ergens op kunt plakken - stamp

postzegels - post stamp spaarzegels - coupons

© K Dictionaries Ltd.

het zegel	the sigil
de zegel (m)	the hallmark ; the impress ; the imprint ; the revenue-stamp ; the savings stamp ; the seal ; the stamp ; the trading stamp
zegel	fee stamp ; mark ; seal ; stamp

Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages




NL: inktstempel
NL: kenmerk
NL: lakzegel
NL: plakker
NL: plakzeg
NL: plakzegel
NL: spaarzeg
NL: spaarzegel
NL: stempel
NL: verzegeling

Let op; `stamp` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels. In UK-Engels gebruikt men `stamp`

NL: zijn zegel drukken op EN: affix one's seal to
NL: op zegel EN: on stamped paper