1. MWB
  2. Vertalen
  3. zegel (NL>FR)
Vertaal
Naar andere talen: • zegel > DE • zegel > EN • zegel > ES
Vertalingen zegel NL>FR
[ˈzexəl]
[mv: zegels]

1 bedrukt stukje papier dat een bepaalde geldwaarde uitdrukt en dat je ergens op kunt plakken - timbre (le ~(m))

  `postzegels`
  timbres-poste

  `spaarzegels`
  timbres épargne

[ˈzexəl]
[mv: zegels]

1 afdruk van een figuur in was of lak die de echtheid van een document bevestigt - sceau (le ~(m))

  `het pauselijke zegel`
  le sceau papal

  het zegel van de brief verbreken
   (= de brief openmaken) - décacheter la lettre



2 stempel waarmee je een afdruk in was of lak maakt - sceau (le ~(m))

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de zegel (m) choix (m) ; empreinte (v) ; estampe (v) ; estampille (v) ; garant (m) ; garantie (v) ; tampon (m) ; timbre (m) ; timbre-quittance (m)
zegel plomb ; sceau ; scellé ; timbre ; vignette
Bronnen: interglot; cibg.be; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `zegel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: inktstempel
NL: kenmerk
NL: lakzegel
NL: plakker
NL: plakzeg
NL: plakzegel
NL: spaarzeg
NL: spaarzegel
NL: stempel
NL: verzegeling