zelfst.naamw. (m.)
In het donker raakte ik de weg kwijt. - I lost my way in the dark. Kunt u mij de weg naar het dichtstbijzijnde tankstation wijzen? - Could you point the way to the nearest gas station for me? Op weg naar huis begon het te regenen. - It started raining on the way home. onderweg - on the way terugweg - the way back |
iemand op weg helpen (=iemand helpen om iets te beginnen) - help someone get going
Het document helpt je een eind op weg bij het gebruik van deze website. - The document will show you how to use the website.
|
naar de bekende weg vragen (=iets vragen wat je al weet) - ask for the sake of asking
|
in de weg (=zo dat je er niet langs kunt) - in the way
Hé, ga eens opzij, je staat in de weg. - Hey, move to the side, you are in the way.
|
nog een lange weg te gaan hebben (=nog ver moeten lopen of veel moeten doen om iets te bereiken) - still have a long way to go / still have a lot of work to do
De trainer zei dat zijn ploeg nog een lange weg te gaan heeft. - The trainer said that his club still has a lot of work to do.
|
iets of iemand uit de weg gaan (=iets of iemand mijden of vermijden) - get out of (someone's) way
Hij gaat discussies het liefst uit de weg. - He preferably stays out of discussions.
|
iemand uit de weg ruimen (=iemand doden) - get someone out of the way / kill
Politieke tegenstanders liet hij uit de weg ruimen. - He got his political opponents out of the way.
|
iets uit de weg ruimen (=iets oplossen of laten verdwijnen, zodat je er geen last meer van hebt) - get something out of the way / clear
In het gesprek werden enkele misverstanden uit de weg geruimd. - The conversation cleared some misunderstandings.
|