Vertaal
Naar andere talen: • werk > DEwerk > ESwerk > FR
Vertalingen werk NL>EN

het werk

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [wɛrk]
Verbuigingen:  -en (meerv.)

1) keer dat je werkt - work
Verbuigingen:  g.mv. (meerv.)
Tijdens het werk mag niet gerookt worden. - No smoking during work!
Is je werk af? - Are you finished with (your) work?
Het is veel werk. - That's a load of work.
Hij heeft plezier in zijn werk. - He enjoys his work. / He enjoys what he does.
werk zoeken - look for work
Na een korte pauze ging hij weer aan het werk. - After a short break he went on with his work.
zwartwerk - black work / work on a side
werkvloer - work floor
uitdrukking het vuile werk
uitdrukking te werk gaan
uitdrukking alles in het werk stellen om (...)
uitdrukking werk van iets of iemand maken
uitdrukking Er is (veel) werk aan de winkel.

2) plaats waar je werkt - work, office
Verbuigingen:  g.mv. (meerv.)
Het was druk op het werk. - It was a busy day at work. / It was quite hectic at work.
Ik ga altijd met de auto naar mijn werk. - I drive to work every day.

3) kunstvoorwerp of boek - work, production, sample
het verzameld werk van Shakespeare - The Collected Works of Shakespeare
een vroeg werk van Picasso - early Picasso works

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking in zijn werk gaan

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het werkthe employment ; the works ; the work ; the wagework ; the profession ; the oeuvre ; the occupation ; the masterwork ; the masterpiece ; the job ; the collected works
werk action ; work ; tow ; space ; mark ; machine tow ; labour ; hards
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `werk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: ambacht
NL: arbeid
NL: baan
NL: beroep
NL: bezigheid
NL: boek
NL: inspanning
NL: karwei
NL: kunstwerk
NL: loonarbeid

Alternatieve spelling of gebruik
Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels:
UK-spelling: labour
US-spelling: labor
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: publieke werken EN: public works
NL: het is (alles) zijn werk EN: (komt door hem), it's (all) his doing
NL: er is heel wat werk aan de winkel EN: there is a good deal of work to do EN: goed werk doen (leveren), do good work
NL: werk geven aan EN: employ, give employment to
NL: werk hebben EN: be in work
NL: geen werk hebben EN: be out of work
NL: ik had er lang werk mee om... EN: it took me a long time to...
NL: zijn werk maken EN: do one's work
NL: veel werk maken van EN: take great pains over
NL: werk van de zaak maken EN: take the matter up, do s.th. about it
NL: je moet er dadelijk werk van maken EN: you must see (attend) to it at once
NL: aan 't werk EN: at work
NL: aan 't werk! EN: to work!, get going!
NL: aan 't werk gaan (trekken) EN: set (go, get) to work
NL: de hand aan 't werk slaan EN: put one's shoulder to the wheel
NL: 300 man aan 't werk hebben EN: employ 300 men
NL: alles in 't werk stellen EN: leave no stone unturned
NL: hoe gaat dat in z'n werk? EN: how is it done?
NL: dat is vlug in zijn werk gegaan EN: (that is) quick work
NL: op zijn werk zijn EN: be on duty