Vertalingen vertrouwen NL>EN
I het vertrouwen
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [vər'trɑuwə(n)] |
1) geloof dat iemand eerlijk is -
trust, have confidence in Hij heeft mijn vertrouwen geschonden. - He's blown my trust. |
iets in vertrouwen zeggen (=iets zeggen dat niet doorverteld mag worden) - tell something in confidence
|
iemand in vertrouwen nemen (=iemand een geheim vertellen) - take someone into one's confidence
|
2) geloof dat iets goed zal gaan -
faith, confidence zelfvertrouwen - self-confidence vol vertrouwen in een goede afloop - full of confidence for the future Ik heb er alle vertrouwen in. - I have all the confidence in it. / I trust it unconditionally. |
II vertrouwen
werkw.
Uitspraak: | [vər'trɑuwə(n)] |
Verbuigingen: | vertrouwde (verl.tijd ) heeft vertrouwd (volt.deelw.) |
betrouwbaar vinden -
trust, have confidence in Ik vertrouw die techniek niet helemaal. - I don’t trust that technology one hundred percent. Wie kan je nu nog vertrouwen? - Who can you trust nowadays? |
Ik vertrouw hem voor geen cent/meter. (=ik vertrouw hem helemaal niet) - I don't have an inch of trust in him.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vertrouwen (ww.) | to confide ; to rely |
het vertrouwen | the confidence ; the faith ; the trust |
vertrouwen | entrust ; have confidence in ; have faith ; have faith in |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot
Voorbeeldzinnen met `vertrouwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bouwenNL: confidentieNL: fiducieNL: geloofNL: hoopNL: toevertrouwenNL: vertrouwUitdrukkingen en gezegdes
NL: vol
vertrouwen op
EN: confident ofNL: het
vertrouwen genieten
EN: enjoy the confidence ofNL: vertrouwen hebben in
EN: have confidence inNL: Iemand
vertrouwen schenken
EN: confide in a personNL: vertrouwen stellen in
EN: put confidence in, have faith inNL: zijn
vertrouwen vestigen op God (het socialisme)
EN: put one's trust in God (pin one's faith on socialism)NL: vertrouwen wekken
EN: inspire confidenceNL: in
vertrouwen
EN: in confidenceNL: zij nam hem in
vertrouwen
EN: she took him into her confidenceNL: met
vertrouwen
EN: with confidence, confidentlyNL: op goed
vertrouwen
EN: trustfulNL: vertrouwen op
EN: rely onNL: op God
vertrouwen
EN: trust GodNL: vertrouw er maar niet op
EN: don't bank on it