Vertalingen tegelijk NL>EN
tegelijk
bijwoord
op hetzelfde moment of in dezelfde periode -
together, at the same time twee dingen tegelijk doen - do two things at the same time Als je naar de bakker gaat, wil je dan tegelijk brood voor mij meenemen? - If you go to the baker, would you please take some bread for me too? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tegelijk | at same time ; concurrently ; simultaneous ; simultaneously ; synchronous ; at a time ; at the same time ; together with |
Bronnen: interglot; Vlietstra; MWB
Voorbeeldzinnen met `tegelijk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aaneenNL: bijeenNL: gelijkNL: gelijktijdigNL: ineenNL: samenNL: simultaanNL: tegelijkertijdNL: tevensNL: tezamenUitdrukkingen en gezegdes
NL: allen
tegelijk!
EN: all together!NL: één
tegelijk
EN: one at a timeNL: tegelijk met
EN: simultaneously (along) with