school

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[sxol]
Verbuigingen:	scholen (meerv.)

1) instelling waar onderwijs wordt gegeven - school

schoolgebouw - school building schoolagenda - school schedule schoolreisje - school trip basisschool - primary and middle school middelbare school - high school Volgende week hebben we nog school en daarna begint de vakantie. - We still have school next week, and the vacation starts after that.

uit de school klappen (=geheimen doorvertellen) - blab, tell a secret

naar school gaan (=verplicht dagonderwijs volgen) - go to school Hij gaat pas volgend jaar naar school. - He starts school only next year.

2) groep kunstenaars uit dezelfde periode met een verwante stijl - school, movement

de Haagse school - The Hague School

3) deel van de uitdrukking:

een school vissen (=een groep bij elkaar zwemmende vissen) - shoal

© K Dictionaries Ltd.

de school	the college ; the school ; the school building ; the shoal
school	are ; bevy ; collection ; group ; heap ; herd ; set

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages




NL: drift
NL: groep
NL: hoop
NL: kleuterschool
NL: kudde
NL: leerschool
NL: richting
NL: schare
NL: schoolgebouw
NL: set

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: bevvy US-spelling: bevy

NL: school met de bijbel EN: denominational school
NL: basis school EN: primary school
NL: lagere school EN: elementary school
NL: middelbare school EN: secondary school
NL: Iemand van de oude school EN: a man of the old school
NL: de school is uit EN: school is over
NL: (naar) school gaan EN: go to school
NL: school maken EN: found a school
NL: de school verzuimen EN: be absent from school
NL: naar school gaan EN: go to school
NL: op school doen EN: put to school
NL: uit de school klappen EN: tell tales
NL: van school gaan EN: leave school