Vertalingen reis NL>EN
reis
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [rɛis] |
Verbuigingen: | reizen (meerv.) |
vrijwillige verplaatsing naar ergens anders dan waar je bent -
journey, voyage een verre reis maken - go on a long trip / make a long journey een buitenlandse reis - a trip abroad groepsreis - group travel zakenreis - business trip vakantiereis - vacation trip |
een enkele reis (=een kaartje voor de reis ergens heen, zonder terugreis) - one-way trip
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de reis (v) | the drive ; the journey ; the tour ; the trip ; the voyage |
reis | journey ; passenger trip ; person trip ; trip ; voyage |
Bronnen: MWB; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `reis`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aankomstNL: dagreisNL: excursieNL: expeditieNL: gangNL: marsNL: ritNL: tochtNL: toerNL: tourneeAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `car journey / drive` In US-Engels gebruikt men `road trip` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: zijn reizen door Afrika
EN: his travels through AfricaNL: goede
reis!
EN: a pleasant journey (to you)!NL: een
reis doen
EN: make (take) a journeyNL: een
reis om de wereld doen
EN: make a journey round the world, travel round the worldNL: op
reis gaan
EN: go on a journeyNL: op
reis zijn
EN: be on a journeyNL: op
reis naar
EN: on the way to