onverschillig

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ɔnvərˈsxɪləx]

zonder belangstelling - indifferent, impervious, callous

onverschillig je schouders ophalen - to shake one's shoulders indifferently Een kwart van de Nederlanders staat onverschillig tegenover geloofszaken. - A quarter of all the Dutch people are indifferent towards religious matters.

© K Dictionaries Ltd.

onverschillig

dry-eyed ; impassive ; indifferent ; regardless ; unaffected ; unmoved ; unperturbed ; untouched ; apathetically ; careless ; immaterial ; indifferently

Bronnen: interglot; Trueterm; Wikipedia; Wakefield genealogy pages




NL: achteloos
NL: apathie
NL: indifferent
NL: koelbloedig
NL: koud
NL: laconiek
NL: lauw
NL: om het even
NL: onbewogen
NL: ongeïnteresseerd

NL: het is mij onverschillig EN: it is indifferent to me
NL: op een onverschillige manier EN: in a careless manner
NL: onverschillig wie EN: no matter who
NL: onverschillig of 't waar is EN: no matter whether it is true