ophitsen

Vertalingen ophitsen NL>EN

werkw.

Uitspraak:	[ˈɔphɪtsə(n)]
Verbuigingen:	hitste op (verl.tijd ) heeft opgehitst (volt.deelw.)

kwaad en opgewonden maken - provoke, goad, tease

supporters ophitsen tegen de scheidsrechter - to goad the fans against the referee

Overige bronnen

ophitsen (ww.)	to badger ; to stir up ; to provoke ; to needle ; to instigate ; to incite ; to give rise to ; to chase ; to bait ; to abet
het ophitsen	the stirring up ; the instigation ; the incitement
ophitsen	agitate ; stimulate ; rouse ; excite

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages

Voorbeeldzinnen met `ophitsen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: aanleiding geven tot
NL: aanstoken
NL: aanvuren
NL: aanwakkeren
NL: aanzetten
NL: agiteren
NL: jachten
NL: opdrijven
NL: opfokken
NL: opjagen

Ook in de database