ophalen

werkw.

Uitspraak:	[ˈɔphalə(n)]
Verbuigingen:	haalde op (verl.tijd ) heeft opgehaald (volt.deelw.)

(iets of iemand) van een bepaalde plaats meenemen - collect, pick up, fetch

lege flessen ophalen voor het statiegeld - collect and exchange empty bottles for money vuilnis ophalen - collect garbage iemand ophalen van het station - get somebody from the station

herinneringen ophalen aan vroeger (=(meestal met iemand samen) weer aan vroeger terugdenken) - retrieve old memories (together)

© K Dictionaries Ltd.

ophalen (ww.)	to collect ; to take away ; to take along ; to take ; to sneer ; to retrieve ; to raise ; to pull up ; to pick up ; to fetch ; to come round for ; to bring up
ophalen	box collection ; take up ; relieving ; meet ; lift ; lever ; inhale ; fetch ; clearance

Bronnen: interglot; Wikipedia; MWB; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages




NL: afhalen
NL: afhalen en meenemen
NL: afnemen
NL: collecteren
NL: meenemen
NL: omhooghalen
NL: opfrissen
NL: oppikken
NL: weghalen
NL: wegnemen

Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `take away ` In US-Engels gebruikt men `carry out`

NL: oude herinneringen ophalen EN: revive old memories