Vertalingen kant NL>EN
de kant
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [kɑnt] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) rand (van iets) -
edge, side, sideways je auto aan de kant van de weg zetten - park your car on the road side spullen uit je boot op de kant zetten - get the stuff out of your boat and put it on the side |
aan/langs de kant staan (=niet meedoen) - stand on the side; loaf around
mensen die aan de kant staan weer aan het werk krijgen - get the loafers back to work
|
kant noch wal raken (=onzin zijn) - niether here, nor there; make little sense
Zijn verhaal raakt kant noch wal. - Her story is neither here nor there.
|
aan de kant doen (=(iets) wegdoen of stoppen met (iets)) - put aside, close down
je winkel aan de kant doen omdat je oud bent - close down your business because you are getting old
|
2) smal vlak (van iets) -
flank, side, along side Bij de rellen zijn auto's op hun kant gezet. - During the riots, there were cars overturned. |
3) elk van twee tegenover elkaar liggende delen -
side Aan de ene kant van de straat zijn de even huisnummers, aan de andere kant de oneven nummers. - One side of the street has even numbers, the other side has uneven numbers. aan één kant doof zijn - be deaf on one side linkerkant - left side rechterkant - right side |
aan de ene kant ... aan de andere kant (=op de ene manier bekeken ... op de andere manier bekeken) - on the one hand … on the other hand
Aan de ene kant wil ik graag naar haar verjaardag, aan de andere kant voel ik me ziek. - On the one hand I really want to go to her birthday party, but on the other hand, I feel kinda sick.
|
4) richting -
sideways, all around, this way Van alle kanten komen mensen hierheen. - People come here from all around. Je moet die kant op. - You have to go this way. |
alle kanten op/uit kunnen met (=veel mogelijkheden hebben met (iets of iemand)) - go every which way
Met die opleiding kun je alle kanten op. - With this education you can go every which way.
|
5) deel van de uitdrukking: van de verkeerde kant zijn (=homoseksueel zijn) - be of a different set of mind
|
6) deel van de uitdrukking: zich van kant maken (=zelfmoord plegen) - do oneself in
|
7) deel van de uitdrukking: het huis aan kant maken (=het huis opruimen) - tidy up the house
|
8) deel van de uitdrukking: aan de grote kant (=nogal groot) - on the large side; rather large...
Dat huis is voor ons aan de grote kant. - That house is rather large for us.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
kant (ww.) | the edge ; edge |
de kant (m) | the side ; the lacework ; the lace-making ; the lace cloth ; the lace |
de kant | the way ; the bank |
kant | shore ; aspect ; rim ; margin ; lace ; fringe ; face ; edging ; brink ; brim ; border |
Bronnen: interglot; KNNV Botanical glossary; mwb; Wakefield genealogy pages; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `kant`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: grensNL: kantkloswerkNL: kantwerkNL: randNL: richtingNL: vlakNL: zijNL: zijdeNL: zijkantAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; `fringe` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels. In UK-Engels gebruikt men `fringe` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: de goede
kant boven
EN: right side upNL: de zaak heeft nog een andere
kant
EN: there's another side to the matterNL: het gesprek ging een andere
kant op
EN: the conversation took a new turnNL: dat raakt
kant noch wal
EN: that's absurdNL: welke
kant ga je uit?
EN: which way are you going?NL: die
kant moet het uit
EN: that's the course we ought to takeNL: de andere
kant uitkijken
EN: look the other wayNL: aan deze
kant van
EN: on this side ofNL: aan de
kant van de weg
EN: at the side of the roadNL: aan de luie
kant
EN: on the lazy sideNL: aan de éne ..., aan de andere ...
EN: on the one hand.., on the other...NL: de jas (tapijt) kan aan beide
kanten gedragen (gebruikt) worden
EN: the coat (carpet) is reversibleNL: een kamer aan
kant maken
EN: tidy up (do) a roomNL: de zaken aan
kant doen
EN: retire from businessNL: fatsoen aan
kant zetten
EN: cast aside decency EN: iemand aan de kant zetten (de bons geven), throw a person overNL: naar de
kant zwemmen
EN: swim ashoreNL: naar alle
kanten
EN: (look) on every side, (run) in all directionsNL: op zijn
kant zetten
EN: cant, up-endNL: het is een dubbeltje op zijn
kant
EN: it's a toss-up