I juist

bijv.naamw.

Uitspraak:

[jœyst]

als iets is zoals het moet zijn - right, exact, precise

een juist antwoord op een vraag geven - give the right answer to a question Het is een juist besluit geweest om hem van school te sturen. - It was the right decision to dismiss him from school.

II juist

bijwoord

Uitspraak:

[jœyst]

1) <als woord dat een ander woord versterkt>
- just

Juist nu is het weer om te gaan zeilen. - Now is just the right weather to go sailing. Neem toch vrij, juist omdat je zo moe bent. - Take some time off, just because you are so tired. Ze zijn zeer integer. Juist daarin onderscheiden ze zich van veel anderen. - They are so honorable. Just because of that they stand out from many others.

2) <als woord om een tegenstelling uit te drukken>
- on the contrary/opposite

Hij gaat nu met verkeerde vrienden om, terwijl hij vroeger juist zo braaf was. - Now he is going out with the wrong set of friends, while before he was, on the opposite, so well-behaved. Waarom ben je zo negatief over je prestaties, het gaat juist heel goed. - Why are you so negative about your output, on the contrary, you are doing very well.

© K Dictionaries Ltd.

juist

exact ; truthfull ; true ; suitable ; right ; proper ; precise ; only ; one minute ago ; just now ; just ; fit ; exactly ; even ; efficient ; effective ; correct ; accurately ; accurate ; a moment ago ; striking ; sharp ; okay ; especially ; correctly

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; MWB




NL: aanstonds
NL: accuraat
NL: adequaat
NL: billijk
NL: correct
NL: daarnet
NL: daarstraks
NL: dadelijk
NL: exact
NL: gepast

Let op; `proper` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels. In UK-Engels gebruikt men `proper` In US-Engels gebruikt men `real`

NL: te juister tijd EN: just in time
NL: juist! EN: exactly!, quite so!
NL: o juist EN: oh, I see
NL: zeer juist! EN: hear! hear!
NL: juist wat ik nodig heb EN: the very thing I want
NL: juist wat ik bedoel EN: exactly what I mean
NL: juist handelen EN: do right, act rightly
NL: juist beoordelen EN: judge correctly
NL: dat is het juist EN: that's just it
NL: juist daarom EN: for that very reason
NL: zojuist EN: just now