inbrengen

werkw.

Uitspraak:	[ˈɪmbrɛŋə(n)]
Verbuigingen:	bracht in (verl.tijd ) heeft ingebracht (volt.deelw.)

1) in je lichaam brengen - insert, inject

een infuus inbrengen - administer an infusion

2) zorgen dat (iets) er bij komt - contribute, introduce, put in

argumenten inbrengen in de discussie - introduce arguments into the discussion

© K Dictionaries Ltd.

inbrengen (ww.)	to bring in money ; to contribute to ; to dope ; to have influence ; to have something to say ; to introduce ; to put in ; to snap in
het inbrengen	the bringing in ; the inserting
inbrengen	insert ; put in ; to input

Bronnen: interglot; Autowoordenboek; A.M.T.S.; Download IATE, European Union, 2017.




NL: (iets) bijdragen
NL: aanbrengen
NL: bijdragen
NL: doen in
NL: erin brengen
NL: geld opleveren
NL: iets in te brengen hebben
NL: indoen
NL: inleiding
NL: instoppen

NL: inbrengen tegen EN: bring up against, allege against
NL: daar valt niets tegen in te brengen EN: that argument is unanswerable
NL: hij had niets in te brengen EN: he had nothing to say
NL: hij heeft heel wat in te brengen EN: he has great influence
NL: zij had niets tegen hem in te brengen EN: she was no match for him