Vertalingen huisbaas NL>EN
de huisbaas
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈhœyzbas] |
| Verbuigingen: | -bazen (meerv.) |
eigenaar van het huis dat je huurt of waarin je een kamer huurt -
landlord © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de huisbaas (m) | the landlady ; the landlord ; the lodging-house keeper |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `huisbaas`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: hospesNL: huisheerNL: huurbaasNL: kamerverhuurNL: kamerverhuurder