Vertaal
Naar andere talen: • huisheer > DEhuisheer > EShuisheer > FR
Vertalingen huisheer NL>EN
de huisheer (m) the landlady ; the landlord ; the lodging-house keeper
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `huisheer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: hospes
NL: huisbaas
NL: huurbaas
NL: kamerverhuur