boel

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[bul]

1) alles wat in huis is - all domestic things in their entirety

de boel kort en klein slaan - smash everything to bits and pieces

2) rommelige dingen - mess

de boel opruimen - get the mess cleaned up

3) toestand - situation, affair

Het is hier een smerige boel. - How crass can one get?

4) veel - a lot, heaps

een boel mensen - a load of people

© K Dictionaries Ltd.

de boel (m)	the lots ; quite a lot ; the tons
boel	a whole lot ; accumulation ; crowd ; heap ; mass ; multitude ; pile ; quantity

Bronnen: interglot; mwb; Wakefield genealogy pages




NL: bedoening
NL: bullen
NL: drom
NL: heleboel
NL: hoop
NL: massa
NL: menigte
NL: schare
NL: stapel
NL: tas

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: tonnes US-spelling: tons

NL: een (hele) boel EN: (quite) a lot (of)
NL: de hele boel EN: the whole lot (affair)
NL: een mooie boel EN: a precious kettle of fish
NL: een vuile boel EN: a mess
NL: een saaie boel EN: a dull affair
NL: de boel erbij neergooien EN: chuck it
NL: de boel verraden EN: give away the show