Vertalingen beslissen NL>EN
beslissen
werkw.
| Uitspraak: | [bəˈslɪsə(n)] |
| Verbuigingen: | besliste (verl.tijd ) heeft beslist (volt.deelw.) |
bepalen wat je moet doen;
= besluiten -
decide, rule, decree | beslissen over het lot van anderen - decide the fate of others |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| beslissen (ww.) | to bring to a close ; to come to an end ; to decide ; to determine ; to end ; to finish ; to stop ; to terminate ; to wind up |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `beslissen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedisselenNL: besluitenNL: decisiefUitdrukkingen en gezegdes
NL: beslissen ten gunste (ten nadele) van
EN: decide for (against)