Vertalingen bezorgen NL>EN
bezorgen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈzɔrxə(n)] |
Verbuigingen: | bezorgde (verl.tijd ) heeft bezorgd (volt.deelw.) |
1) naar een plek brengen -
deliver, provide, send pizza's bezorgen - deliver pizza maaltijden aan huis bezorgen - deliver meals to your/the doorstep |
2) geven -
cause, deliver iemand veel ellende bezorgen - cause someone a lot of grief |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bezorgen (ww.) | to bring ; to bring around ; to deliver ; to give ; to hand over ; to hand over to ; to leave ; to provide ; to send ; to send round ; to supply ; to weird out |
bezorgen | fetch |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `bezorgen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandoenNL: aanleverenNL: afgevenNL: afleverenNL: bestellenNL: brengenNL: leverenNL: overhandigenNL: rondbrengenNL: thuisbezorgen