Vertalingen thuisbezorgen NL>EN
thuisbezorgen
werkw.
Uitspraak: | [ˈtœysbəzɔrxə(n)] |
Verbuigingen: | bezorgde thuis (verl.tijd ) heeft thuisbezorgd (volt.deelw.) |
bij iemand aan huis bezorgen -
deliver een pizza laten thuisbezorgen - have a pizza delivered |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
thuisbezorgen (ww.) | to bring ; to bring around ; to give ; to hand over ; to hand over to ; to leave ; to provide ; to send ; to send round |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `thuisbezorgen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgevenNL: afleverenNL: bestellenNL: bezorgenNL: brengenNL: overhandigenNL: rondbrengen