1. MWB
  2. Vertalen
  3. afbreken (NL>EN)
Vertaal
Naar andere talen: • afbreken > DE • afbreken > ES • afbreken > FR
Vertalingen afbreken NL>EN

afbreken

werkw.
Uitspraak:  [ˈɑvbrekə(n)]
Verbuigingen:  brak af (verl.tijd ) heeft afgebroken (volt.deelw.)

1) zorgen dat iets er niet meer is - abort, break down, cut off/short
een muur afbreken - break down a wall

2) voortijdig beëindigen - finish, terminate, cut short
onderhandelingen afbreken - terminate the negotiations

3) door breken scheiden of gescheiden worden - terninate, break off
een stukje chocola afbreken - break off a piece of chocolate
De luifel brak plotseling af van de muur. - Suddenly the awning broke off of the wall.
uitdrukking een woord afbreken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
afbreken (ww.)to lay waste ; to chip ; to demolish ; to deplete ; to destroy ; to destruct ; to devastate ; to dismantle ; to drag down ; to eliminate ; to exhaust ; to get down ; to hamper ; to hinder ; to impede ; to break up ; to liquidate ; to obstruct ; to pull down ; to ruin ; to sever ; to stonewall ; to take down ; to tear down ; to tear loose ; to wear out ; to work to death ; to wrap ; to wreck ; to break off ; to break down ; to break ; to adjourn ; to abort
afbreken pick ; abort ; hyphenate ; divide ; cut-outs ; cut up ; cut a connection ; cut ; cry down ; clear ; cancel ; abandon ; pluck ; pull to pieces ; run down ; separate ; share ; snapping ; stop ; tear off ; to break-off ; to cap ; v. ; write down
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Wikipedia; Tecdic.com; KDE opensourcesoftware; kde.nl/node/386; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm; Autowoordenboek


Voorbeeldzinnen met `afbreken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afkammen
NL: afknappen
NL: afkraken
NL: beëindigen
NL: breken
NL: doen ophouden
NL: forceren
NL: in puin slaan
NL: neerhalen
NL: omverhalen

Alternatieve spelling of gebruik
Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels:
UK-spelling: cut-outs
US-spelling: cutouts
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: partij (schaken enz) afbreken EN: adjourn a game
NL: het gevecht afbreken EN: break off the engagement